Leny voelt zich te weinig verbonden

Ik ben geboren op een kleine afgelegen boerderij, ik ben een nakomertje. Op school ben ik een buitenbeentje, ik stink naar varkens, ben onhandig en draag ook nog eens een brilletje; voldoende reden om flink gepest te worden.

Leny tijdens een wandeling in het bos
Beeld: ©KBO-PCOB

Uitsluitend kritiek

Mijn vader heeft uitsluitend kritiek en ik ben door hem nooit bevestigd dat ik er mag zijn, dat ik mijn eigen plekje op deze aarde mag innemen. Op de zondagsschool hoor ik elke week dat ik zondig ben en om een nieuw hartje moet bidden.

Echt op mijn plaats

Al heel jong weet ik dat ik onderwijzeres wil worden en tegen alle verdrukking in, lukt me dat. Ik voel me echt op mijn plaats op die kweekschool, gewaardeerd door klasgenoten om mijn loyaliteit en humor en door de leraren om mijn inzet en doorzettingsvermogen.

Maar te weinig verbonden met anderen

Ik ben nu 73, al bijna vijftig jaar getrouwd, heb goed contact met onze kinderen en kleinkinderen en toch voel ik me regelmatig eenzaam, te weinig verbonden met anderen.

"Ik voel me weer het afgewezen kind, dat niet mee mag doen met touwtjespringen als ik twee buurvrouwen in de auto zie stappen om te gaan zwemmen op zondagmorgen"

Eenzaam

Ik voel me eenzaam als we op een feestje zijn en andere vrouwen vertellen over de golfclub en het pianorecital van hun oudste kleindochter. Ik weet dat zij hun status verworven hebben door de baan van hun man. Maar ze stralen de zelfverzekerdheid uit van ‘ons soort mensen’. Mijn doctoraaltitel, die ik door avondstudie heb behaald, helpt dan niet, ik voel me buitengesloten, ik ken de mores niet.

Contact met de nieuwe buren

Na onze verhuizing in 2001 heb ik hard gewerkt aan het contact met de nieuwe buren. Toen het bar winterweer was, plakte ik bij een werkend stel een briefje op de deur met de boodschap dat op nummer 20 de erwtensoep klaarstond. We hebben een goede relatie gekregen.

Gewaardeerd

Met Pasen verstoppen we elk jaar eieren voor alle buurkinderen en vorig jaar heb ik met alle meiden uit de straat taaipoppen versierd. Ik voel me hierdoor weliswaar gekend en gewaardeerd in de buurt en toch blijft bij mij de existentiële eenzaamheid knagen. Die wordt alleen dan opgeheven, als ik echte verbondenheid ervaar en helaas laat dat zich niet organiseren.

Dit verhaal verscheen eerder in Nestor, ledenblad van Unie KBO (september 2016).