De man van Charlotte kreeg een herseninfarct

Je denkt er nooit over na dat het kan gebeuren. Charlottes leven veranderde drie jaar geleden radicaal toen haar man een herseninfarct kreeg. Nu woont hij in een verpleeghuis. De liefde is er nog, maar ze voelt zich alleen.

Foto van Charlotte en haar man
Beeld: ©Privéfoto

Herseninfarct

Drie jaar geleden vond ik mijn man in bed. Ik had een glas sinaasappelsap gehaald. Hij reageerde niet en zag er vreemd uit. Wat is er met jou aan de hand?, vroeg ik. Ik had snel in de gaten dat het niet goed was. De huisarts kwam en belde meteen het ziekenhuis. Een herseninfarct. Dan zakt de wereld onder je voeten vandaan. Je gelooft het niet.

Na een week ziekenhuis werd hij naar verpleeghuis Rijckehove gebracht. De arts zei: hij zal altijd verzorgd moeten worden. Hij heeft de hoogste indicatie: rechtszijdig verlamd, incontinent, afasie, apraxie. Ik heb me er via de Hersenstichting in verdiept wat ik en mijn dochter zelf kunnen doen. Hij moet alles opnieuw leren.

Eenzaamheid

Wat me pijn heeft gedaan, zijn commentaren van de buitenwereld. Het onbegrip laat je je alleen voelen. ‘Haal hem thuis, waarom is hij daar?’ Het is onwetendheid, ze hebben het niet meegemaakt. Ik kan hem thuis niet verzorgen, hij heeft te veel. Ik heb er een jaar over nagedacht of dat kon. Ik heb gesproken met Welzijn Capelle om een goede beslissing te nemen. Ook heb ik contact gehad met anderen die hun man thuis verzorgen, en hoorde dat het ook tot scheidingen kwam door irritaties.

De eenzaamheid zit hem vooral in de relatie die veranderd is. Ik kan niet delen wat me echt bezighoudt. Ik kan heel voorzichtig proberen hem duidelijk te maken wat ik beleefd heb, maar ik weet niet wat binnenkomt. Ik heb een geweldige dochter, maar thuis sta ik er alleen voor. Elke dag kom ik thuis in een leeg huis. Ik huil nog elke dag van verdriet, dat ik hem enorm mis. Ik ga vier dagen per week naar hem toe en op zaterdag komt hij thuis, maar het is zo anders.

Een manier

En hij is door het hersenletsel veranderd – al vind ik dat niet erg. Hij hield niet van klassiek, nu wel. Hij hield niet van kunst, nu maakt hij met zijn linkerhand prachtige beeldhouwwerken. Hij verbood vroeger mijn dochter Southpark te kijken, maar nu lacht hij er zelf om. De liefde is er nog steeds, dat vind ik fijn – voor hem en voor mij.

We hebben ook een manier gevonden om te communiceren. Zingen kan hij, dus dat doen we samen – behalve als er mensen bij zijn, dat vindt hij raar. Dan zing ik bijvoorbeeld ‘I love you’ en dan zingt hij ‘Yeah yeah yeah”. Dat vind ik mooi, we hebben een manier gevonden om contact te hebben.

“Af en toe ga ik alleen uit eten”

Sociale contacten

De eenzaamheid komt echt door het gemis dat ik voel. Het is niet dat ik te weinig mensen om mij heen heb. Ik heb wel eens opgeschreven hoe mijn leven er nu uit ziet. Ik doe best veel. Het aantal sociale contacten, met vrienden en bij clubjes, is goed zo. Ik heb hobby’s opgepakt. Ik geef taalles aan buitenlandse kinderen. Ik zorg goed voor me, ik kook gezond, dat is belangrijk. Ik verveel me nooit: ik computer veel, lees, puzzel, zit op Facebook.

Twee jaar geleden werd tegen me gezegd: Charlotte, jij mag ook leven. Ik dacht: hoe dan? Ik doe veel, maar toch voel ik me alleen. Dat ie niet op de bank zit, dat we geen leuke dingen ondernemen. Maar toch moet ik door met die activiteiten om contact met mensen te hebben. Af en toe ga ik alleen uit eten. Ga ik op een terrasje zitten en mensen kijken. Ja, vriendinnen kunnen niet altijd en ik wil niet achter de geraniums blijven hangen.

Langzaam neem je afscheid

Maar dan heb je weer die bijgedachte: vroeger was ik hier met hem. En dat doet pijn. Ik heb heel vaak een nare gedachte: verdorie, ik ben 70 jaar. Moet ik nu voor de rest van mijn leven ongelukkig zijn? Dat wil ik niet. Maar ik kan het niet veranderen. Dan denk ik: we zien wel, als ik maar een beetje tevreden ben met wat ik krijg; ik probeer bij de dag te leven. Maar het maakt me triest dat ik nu toch al een beetje alleen ben. Je neemt langzaam een beetje afscheid.

Ik vraag me af: we zijn drie jaar verder, maar ben ik ook verder? Acceptatie is er wel, maar het gemis is heel groot. En die intense medelijden dat die grote kerel nu in een rolstoel zit. Al is hij hier niet ongelukkig.

Zegen

We zijn christelijk. Dat heeft ons beide geholpen om kracht te vinden. Twee weken geleden hebben we nog eens de zegen van god voor ons huwelijk gevraagd – hier in Rijckehove. We zagen dat gebeuren op tv. Hij riep: ‘zegen ja ja ja’. Toen heb ik gekeken of dat hier kon.

Ik zou iedereen willen adviseren die nog een partner heeft: houd van elkaar, bij strubbelingen praat het uit en maak het goed, want het kan de laatste keer zijn. Houd de liefde in stand. Je leven kan plotseling veranderen. Wij houden onze relatie, al is het miniem, in stand. Het gebeurt lang niet altijd dat na een herseninfarct de liefde er nog is, wat dat betreft ben ik toch een beetje een bofkont.

(Oktober, 2018)