Richard verloor zijn baan na een beroerte

Ik was een doorzetter. Als kraanmachinist werkte ik volcontinu. M’n collega’s waren m’n familie. Tot ik een beroerte kreeg en dat werk niet meer aankon. Toen had ik geen kracht meer om te vechten. Nu zit ik alleen thuis en heb ’s ochtends af en toe wel zo’n bui van verdomme, weer wakker geworden.

Portret van Richard
Beeld: ©Privéfoto

Door die beroerte viel ik in een gat

De hele dag niemand om je heen hebben, ’s avonds met een kant-en-klaarmaaltijd uit de magnetron ook in je eentje voor de televisie zitten. Dat valt me zwaar. Negen jaar geleden overleed mijn vrouw. Toen kreeg ik geen last van eenzaamheid, want ik had mijn nog werk. Maar toen ik drie jaar geleden die beroerte kreeg, viel ik in een gat. Tot vorig jaar ging ik nog dagelijks naar mijn moeder. Maar toen die overleed, viel die zorg voor haar ook weg. Mijn dochter zit op kamers op nog geen tien minuten van hier, maar die heeft een druk leven. Ik mag blij zijn als ik haar een keer per maand zie. Hechte familiebanden heb ik ook niet. M’n twee zussen zie ik af en toe, m’n twee broers die nog leven al dertig jaar helemaal niet meer.

Alleen voor m’n dochter ben ik er nog

Mijn moeder was zoals dat toen heette zenuwziek en werd regelmatig opgenomen. Dan ging ik als jongste kind naar een kindertehuis. Dat heeft niet geholpen bij het scheppen van een hechte familieband. Close met m’n broers en zussen ben ik nooit geweest. Ze waren niet bij mijn trouwen en ook niet bij de crematie van moeder. De enige voor wie ik er nu nog ben, is mijn dochter. Mijn zoon, eigenlijk een zoon van mijn vrouw uit haar eerste huwelijk, pleegde twintig jaar geleden op z’n negentiende zelfmoord. Mijn dochter was toen zes. Pas later besefte zij wat er toen is gebeurd. Toen ze later zelf ook een suïcidepoging deed, dacht ik echt dat ik alles kwijt was. Toen dacht ik zelf ook even: ik maak er een eind aan, het is mooi geweest.

“Je bent alleen, dus vragen mensen je niet gauw op de koffie”

Mensen vragen je niet gauw op de koffie

Oude vrienden heb ik niet. In de jaren dat ik weer vrijgezel was, had ik in de kroeg kennissen zat. Dat was nadat mijn eerste vrouw er met een ander vandoor ging. Toen was ik 25. Maar dat waren geen echte vriendschappen. Nu heb ik met de buren wel goed contact, maar ik zie ze toch minder dan toen mijn vrouw nog leefde. Je bent alleen, dus vragen mensen je niet gauw op de koffie. Ja een keer bij de jaarlijkse barbecue, dan nodigen ze mij ook altijd uit. Andere buren zijn ook kennissen van me. Maar voor die is hun huis een soort tussenstop. Voor de rest zijn ze altijd weg. Vroeger liet ik de hond uit en maakte ik op straat een praatje. Maar door die beroerte loop ik als Wammes Waggel en heb ik artrose. Nu heb ik geen hond meer, dus van zulke praatjes op straat komt het ook amper nog, zeker in de winter als iedereen binnen zit.

Dat werk als vrijwilliger geeft een enorme kick

Maar ik ben niet het type dat achterover gaat zitten. Dus op een gegeven moment besefte ik dat het niet de goede kant op ging en dat ik wat moest ondernemen. Ik deed vroeger altijd aan fitness. Dat gaat nu niet meer. Door die beroerte heb ik veel minder energie. Maar nu geef ik twee avonden in de week bij sportclub Only Friends fitnessles aan kinderen met een beperking. Dat werk als vrijwilliger geeft een enorme kick. Maar als ik weer thuis kom, lijkt het wel of er een deken van eenzaamheid over me heen valt. Daar zit ik weer in een leeg huis, denk ik dan.

Niet iedere vrouw zit op een kneus te wachten

Fietsen kan ik nog wel. Dus ga ik binnenkort een weekje naar Drenthe, lekker fietsen daar en in het hotel mensen om me heen. Onderweg ernaartoe slaap ik een nachtje in Emmeloord, bij een vrouw die ik op Hyves heb ontmoet. We hebben eerst een tijd gechat en daar is een goede vriendschap uit ontstaan. Niet meer dan dat. Ze heeft een tia gehad en zit in de schuldsanering. Dus ik zie haar niet vaak want ze moet sparen voor een treinkaartje. Stilletjes hoop ik op wel nog een echte relatie. Al maakt die beroerte het er niet makkelijker op. Niet iedere vrouw zit op een kneus te wachten. Ik moet er gewoon tegenaanlopen. Er naar op zoek gaan op datingsites, nee dat is niks voor mij, heb ik gemerkt.

(Oktober 2016)